Interview met …

Ed de Grood

Oud-conservator Natuurhistorisch Museum Maastricht, natuur- en cultuurhistoricus

Norbert Eeltink

Senior archeoloog en senior specialist fysische antropologie (www.aestimatica.nl)

Samen doen zij cultuurhistorisch en archeologisch onderzoek naar grafkelders, vooral in Drenthe, Overijssel, Gelderland en Friesland.

Foto: grafkelder kerk Almen

We treffen jullie hier in een grafkelder of crypte: hoe moeten we het eigenlijk noemen?

“Grafkelder is een algemene term. Een crypte is een bepaald type dat je in kerken aantreft. Wij praten meestal over grafkelders.”

Hoe is het onderzoeksproject begonnen?

“Het onderzoek is begonnen door de interesse [van Ed] in natuurlijke mummies die in grafkelders zijn gevonden. Vandaar uit is het verder gegroeid en is Norbert er als archeoloog en specialist ten aanzien van menselijke resten bij betrokken geraakt.

Jullie doen onderzoek naar grafkelders: hoe weten jullie eigenlijk waar onderzoek te doen?

“Het was in de eerste plaats een kwestie van zelf zoeken en dan de betrokkenen benaderen voor toestemming om de grafkelder te onderzoeken en te documenteren. Zo zijn we ook met de Monumentenwacht in contact gekomen en is een heel prettige samenwerking ontstaan. Grafkelders blijken telkens weer cultuurhistorische schatkamers te zijn. Inmiddels krijgt het project meer bekendheid, mede dankzij de Monumentenwacht, en komen daardoor meer grafkelders in beeld.”

Wat houdt het onderzoek in?

“We documenteren de grafkelder en de inhoud daarvan. Daarbij kijken we naar de aard, de specifieke kenmerken en de (gebruiks)geschiedenis. Daarnaast beoordelen we de toestand van kelder en inhoud. Ook kijken we, als het kan samen met de Monumentenwacht, of er problemen zijn die het voortbestaan bedreigen, om te zorgen dat de kelder, de kisten en de menselijke resten in een zodanige goede staat blijven dat deze op een nette manier bewaard kunnen blijven. Tenslotte is dat het beste: dat het geheel zo origineel mogelijk ‘in situ’ wordt bewaard. En mooiste is als we de overledenen individueel kunnen identificeren en zelfs nog kunnen koppelen aan historische bronnen en bijvoorbeeld een schilderij.”

Dus, als ik het goed begrijp, bent u nog altijd op zoek naar onbekende grafkelders!?

“Zeker. We verwachten dat er nog tal van onontdekte plekken zijn. Na het verbod op begraven in kerken in 1829 zijn veel kelders afgesloten, buiten beeld geraakt en uit het geheugen verdwenen.”

Kunnen onze abonnees dit melden? En zo ja, waar moeten zij op letten om een onontdekte grafkelder te vinden?

“Graag zelfs! Melden kan bij de provinciale Monumentenwacht, daar hebben wij goed contact mee, maar men mag ons ook zelf rechtstreeks benaderen (info@aestimatica.nl). Als er geen directe informatie over een grafkelder aanwezig is, zijn er wel aanwijzingen die daar op kunnen duiden:

  1. Vooral de prominentere grafkelders of cryptes bevinden zich nogal eens onder een verhoogd vloerdeel, met name een verhoogd (priester)koor, ook als er geen luik of steen (meer) zichtbaar is;
  2. Dit zelfde kan ook gelden voor kelders op kerkhoven en soms zijn deze zo overgroeid dat ze niet zichtbaar zijn, maar onverklaarbare hoogtes kunnen een kelder verraden;
  3. De aanwezigheid van ventilatieopeningen, bijvoorbeeld in de buitenmuur van het koor; op begraafplaatsen kunnen deze in het grafmonument verborgen zitten, soms zelfs als echte kleine schoorsteentjes.”

“Als wij vermoeden dat het inderdaad een onbekende of niet onderzochte grafkelder is, komen wij graag kijken. Mocht het zo zijn dat de situatie onduidelijk is of dat we niet meteen naar binnen kunnen, dan kunnen we eerst kijken of er inderdaad aanwijzingen voor een kelder of een (verdwenen) ingang zijn. Natuurlijk vindt alles altijd plaats in overleg met de eigenaar of beheerder: soms de kerk, soms ook de familie of beide. Indien een grafkelder niet kan worden betreden, is de aanwezigheid daarvan echter wel degelijk interessant voor ons.”

En als laatste vraag: wat doen jullie met de kennis van al deze grafkelders?

“Naast dat we het fenomeen beter willen begrijpen, creëren we zo ook een archief. We inventariseren en documenteren alles en vergroten zo gaandeweg de totale kennis over het hoe, waarom, waar en wanneer van dit aspect van de Nederlandse grafcultuur. Denk aan de bouwwijze van de grafkelders, hoe mensen werden bijgezet, de verschillende soorten kisten, hoe deze traditie zich heeft ontwikkeld en idealiter: wie waar ligt. Zo kunnen we deze gegevens veilig stellen voor de toekomst, de noodzaak van goede zorg beargumenteren en beter beheer mogelijk maken. De kelders krijgen namelijk niet altijd voldoende aandacht en onderhoud. Het komt helaas zelfs voor dat kelders per ongeluk, of soms met de beste bedoelingen, worden opgeruimd zonder dat deze eerst wetenschappelijk zijn gedocumenteerd, terwijl vaak best meer voor de toekomst behouden had kunnen blijven. En nog meer dan het erfgoed verdienen de overleden die aandacht en zorg.”

Contact

Volg ons op Facebook

Met subsidie van: