Duurzaamheid en energiebesparing zijn actuele thema’s. Hierbij wordt vaak sterk ingezet op het opwekken van energie uit alternatieve bronnen zoals zon en wind. Of wordt meteen ingezet op ingrijpende bouwkundige wijzigingen zoals vervangen van kozijnen en isoleren van gevels.
In het kader van monumentenonderhoud is het van belang om eerst na te gaan met welke kleine veranderingen in gebruik en gedrag ook energie kan worden bespaard. En dat begint met het (beter) in kaart brengen van het energieverbruik en uw gedrag. De energieprestaties van een woning hangen namelijk voor ongeveer 80% af van de omvang en de aard van het gebouw en de daarin aanwezige installaties. Ongeveer 20% wordt bepaald door het gedrag van bewoners en gebruikers.
Om het energieverbruik te beperken, kunt u onder meer het volgende doen (en laten):
- Verwarm ruimten die niet gebruikt worden, niet of minimaal. En ook in de ruimten waar u wel bent: zet de verwarming een graadje lager. Kies kleding die past bij het weer en uw activiteiten. Niemand thuis? Zorg dat de verwarming laag staat.
- Stel de centrale verwarming en andere installaties goed af. Zo is het raadzaam een deskundige te laten berekenen of de verwarmingsinstallatie is berekend op de bestaande situatie en zo ja, waar mogelijk deze waterzijdig in te regelen. Ook is aan te bevelen de installaties regelmatig te laten nakijken. Zo ontdekt u sneller gebreken en gaan bouwmaterialen en installaties veel langer mee! Een verwarmingsketel van 20 jaar oud werkt misschien nog wel goed, maar verbruikt verhoudingsgewijs veel energie.
- Gebruik uw gebouw! Wat bedoelen we daarmee? Als voorbeeld: vaak hebben historische gebouwen luiken. Door deze te sluiten kunt u veel warmte binnen houden (of in de zomer buiten houden)! Ditzelfde kunt u bereiken met dikke gordijnen of goed aangemeten dupli-plissé-gordijnen. En maak gebruik van de bestaande schouw c.q. schoorsteenkanalen om (hout- of pellet-)kachels te plaatsen.
- De Monumentenwacht komt bij inspecties vaak situaties tegen waar met eenvoudige ingrepen veel energie kan worden bespaard. Een voorbeeld hiervan is verwarmingsbuizen in kapruimten of anderszins loze ruimten die niet of nauwelijks zijn voorzien van isolatie. Soms zijn de leidingen zelfs weggewerkt in de dakvoet, achter knieschotten, waar openingen bestaan tussen de muur en de dakconstructie. Warmte ontsnapt hier direct en draagt dus niet bij aan de verwarming van het gebouw. Het is zonder meer lonend om dergelijke leidingen te voorzien van isolerende bekleding.
- Zorg voor goede kierdichting, zoals bij de dakvoet, hierboven al genoemd, of bij deuren en beweegbare ramen. Tocht is ontzettend oncomfortabel!
- Als besloten wordt tot isolatie op grotere schaal, denk dan ook eens aan (ecologische) duurzame isolatiematerialen. Bij de fabricage hiervan wordt het milieu minder belast. Deze materialen kunnen extra behaaglijk zijn omdat ze ook vocht reguleren. Voorbeelden zijn isolatiematerialen gemaakt van reststoffen uit de houtindustrie, uit de landbouw (vlas) en van dierlijke producten (schapenwol).
- Laat u goed adviseren als u gaat verbouwen. Het isoleren van gebouwen moet doordacht en vakkundig worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan op diverse plaatsen (condens)vocht ontstaan. Dit kan op termijn grote schade toebrengen aan soms eeuwenoude en waardevolle (kap)constructies.
Uw monumentenwachter kan met u meekijken naar wat voor u interessant en haalbaar is. Alle monumentenwachters zijn getraind door de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed in het verduurzamen van monumenten. En onze monumentenadviseurs kunnen eventueel aanvullend nog een verdiepend advies geven. Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact met ons op.